Moos' Music Movies & More
Papa Roach & Stone Sour @ Melkweg
Buiten is het ijskoud maar in de Melkweg kan men zich verwarmen aan een cocktail met de naam Stone Sour (1/3 brandy 1/3 sinaasappelsap en 1/3 sour mix). Papa Roach krijg je erbij on the side. Alhoewel zij de laatste jaren verschillende nare smaakjes hebben gehad, weten beide bands keer op keer een bruisende show neer te zetten. De heren zijn terug in Amsterdam, beiden met een nieuw album op zak, door fans en pers goedgekeurd. Weet het nieuwe werk een plekje te bemachtigen tussen klassiekers als ‘Last Resort’ en ‘Bother’?
Voordat de (nu-)metalgrootheden het podium betreden mogen eerst de jonge honden van Houndshun kunstje doen. De vier jongens uit Essex, Verenigd Koninkrijk maken rock met een industrieel randje. Denk aan Nine Inch Nails meets Good Charlotte. De looks en meezingrefreinen van de broertjes Madden hebben ze al. Vooral de stevige drums en Pendulum/Mindless Self Indulgence/Hadouken-achtige elektronica brengen de nummers tot leven. Het geluid staat lekker hard terwijl er gezongen wordt over vampieren, haaien en heksen. De vocalen klinken als Kasabian in een horrorfilm. De merchandise, drumkit en muziek ondersteunen het griezelig sfeertje dat niet helemaal aanslaat bij het publiek. Zij wachten op vader kakkerlak en Slipknots #4 en #8.
De elektronica van Hounds weerklinkt op The Connection, het laatste album van Papa Roach. Dit is echter niet terug te horen vanavond want de connectie staat voor de verschillende muziek die de band gemaakt heeft de voorbije kleine twintig jaar. De band start energiek met twee nieuwe tracks waarvan ‘Still Swinging’ de eerste single is. Bij de eerste tonen gaat het publiek gelijk los. Na kwalitatieve ups en downs in het verleden weet de band nog altijd een prima show neer te zetten. Door de jaren heen zijn ze goed op elkaar ingespeeld. Frontman Jacoby Shaddix zweept de boel op en loopt als een dirigent rond terwijl hij de Melkweg bespeelt met handgebaren. Tijdens ‘Getting Away with Murder’ gaat het publiek helemaal uit zijn dak. Shaddix doet uitbundig mee en is goed bij stem. Fluisterend van start, voluit in het midden en schreeuwend naar het einde.
Na het uitbundige ‘Burn’ moet de zanger even bijtanken. Constant aan dit moordend tempo blijven springen, zingen en schreeuwen kan een mens niet volhouden. Een rustig blokje volgt met liefdesliedjes ‘Forever’ en ‘Scars’ waarin we lekker verder terug de tijd in gaan. Jacoby en het publiek laten het moshen voor wat het is en gaan over op handjeklap, meezingen en het houden van een occasionele aansteker in de lucht. Tot de weinig liefdevolle ‘Hollywood Whore’ het tempo flink opschroeft. In deze stijl gaan we richting het laatste blok dat naast nieuweling ‘Where Did the Angels Go?’ bestaat uit drie songs van doorbraakalbum Infest. Dit zorgt voor veel vreugde bij het publiek bestaande uit verschillende generaties die non-stop meezingen. Vooral ‘Last Resort’ kan rekenen op een hevig onthaal en blijft een anthem van de jeugd. Een grote circlepit wordt voorbereid als laatste toevlucht voordat Stone Sour de avond afsluit. Dankzij Papa Roach krijgen zij een opgewarmd en rockende massa voor ogen.
Tijdens de eerste tonen van Stone Sour’s single ‘Gone Sovereign’ uit het nieuwe House of Gold & Bones – Part 1, wordt er uitbundig meegezongen door de uitverkochte zaal. Van de ene single gaat het vijftal over naar de andere. ‘Absolute Zero’ kent trouwens veel gelijkenissen met die andere band van frontman Corey Taylor: Slipknot. Het grote verschil tussen de gemaskerde band en de groep van vanavond is Corey zelf. Met zijn krachtige stem gebruikt hij naast screams en grunts veel vaker de stembanden op een gezondere manier terwijl Slipknot collega James Root op gitaar meer melodieën gooit in zijn aparte manier van spelen. Samen met gitarist Josh Rand op links brengt het duo de ene na de andere solide solo terwijl ze gefocust afwisselen met lead en rhythm gitaar. Corey is een perfecte frontman, hij fokt de boel aardig op met die manische blik van hem maar geniet oprecht. Het blijft echter opmerkelijk hoe de frontman van freaks Slipknot, met Stone Sour bij vlagen een tedere indruk achterlaat. Songs als ‘Say You’ll Haunt Me’ en ‘Hesitate’ bezitten pit met een romantische insteek.
Daar tegenover staan kneiters als ‘Mission Statement’, ‘Made of Scars’ en ‘Get Inside’. Mensen rennen, springen, vliegen, duiken, vallen en staan weer op. Het is te zien dat tijdens het moshen niet iedereen van steen is gemaakt, mensen met bebloede hoofden worden netjes naar de uitgang gebracht. Zo is de sfeer ruig maar blijft er aandacht voor de medemens. Tijdens het sprookjesachtige ‘Made of Scars’ spreekt Corey dan ook over één familie. Hij is bovendien erg blij met de respons en gaandeweg promoveert de zanger de show tot de beste van de tour. Het beste moet dan nog komen. Na muzikale dreunen door nieuw werk als ‘A Rumor of Skin’ en ‘RU486′ krijgen we tijdens de encore een imposant kwartet. Het begint akoestisch met enkel Corey Taylor en zijn gitaar. Het gevoelige ‘Bother’ zorgt voor een moment van rust. Na een traantje te hebben weggepinkt, de feedback van het joelende publiek is bewonderenswaardig, start de frontman met die andere ballad ‘Through Glass’.
Met de hand op zijn hart benadrukt de zanger nogmaals zijn gevoel voor het Amsterdamse publiek. Eén dag voor zijn verjaardag kon hij om geen beter cadeau wensen. Behalve dan de show afsluiten op scheurende wijze. Geen punt voor Stone Sour. Eerst het impulsieve ‘Digital’ vol vlammend soleerwerk, bulderend gedrum en fenomenale vocalen. Niet gek dat het in vrij korte tijd is uitgegroeid tot een publieksfavoriet. Dit geldt ook voor de laatste song van de avond, ’30/30-150′, zowel bij het balkon als op de vloer gaat iedereen nog één keer helemaal los. Wat een avond! Wie dacht met Papa Roach en in mindere mate Stone Sour bij een afstervende, suïcidale muzieksoort te zitten heeft het mis. Getuige de ganse avond en lyrics van ’30/30-150′:
"They called us a dead generation
They told us that we wouldn’t survive
They left us alone in the maelstrom
As you can see, we’re all plenty alive"
Voordat de (nu-)metalgrootheden het podium betreden mogen eerst de jonge honden van Houndshun kunstje doen. De vier jongens uit Essex, Verenigd Koninkrijk maken rock met een industrieel randje. Denk aan Nine Inch Nails meets Good Charlotte. De looks en meezingrefreinen van de broertjes Madden hebben ze al. Vooral de stevige drums en Pendulum/Mindless Self Indulgence/Hadouken-achtige elektronica brengen de nummers tot leven. Het geluid staat lekker hard terwijl er gezongen wordt over vampieren, haaien en heksen. De vocalen klinken als Kasabian in een horrorfilm. De merchandise, drumkit en muziek ondersteunen het griezelig sfeertje dat niet helemaal aanslaat bij het publiek. Zij wachten op vader kakkerlak en Slipknots #4 en #8.
De elektronica van Hounds weerklinkt op The Connection, het laatste album van Papa Roach. Dit is echter niet terug te horen vanavond want de connectie staat voor de verschillende muziek die de band gemaakt heeft de voorbije kleine twintig jaar. De band start energiek met twee nieuwe tracks waarvan ‘Still Swinging’ de eerste single is. Bij de eerste tonen gaat het publiek gelijk los. Na kwalitatieve ups en downs in het verleden weet de band nog altijd een prima show neer te zetten. Door de jaren heen zijn ze goed op elkaar ingespeeld. Frontman Jacoby Shaddix zweept de boel op en loopt als een dirigent rond terwijl hij de Melkweg bespeelt met handgebaren. Tijdens ‘Getting Away with Murder’ gaat het publiek helemaal uit zijn dak. Shaddix doet uitbundig mee en is goed bij stem. Fluisterend van start, voluit in het midden en schreeuwend naar het einde.
Na het uitbundige ‘Burn’ moet de zanger even bijtanken. Constant aan dit moordend tempo blijven springen, zingen en schreeuwen kan een mens niet volhouden. Een rustig blokje volgt met liefdesliedjes ‘Forever’ en ‘Scars’ waarin we lekker verder terug de tijd in gaan. Jacoby en het publiek laten het moshen voor wat het is en gaan over op handjeklap, meezingen en het houden van een occasionele aansteker in de lucht. Tot de weinig liefdevolle ‘Hollywood Whore’ het tempo flink opschroeft. In deze stijl gaan we richting het laatste blok dat naast nieuweling ‘Where Did the Angels Go?’ bestaat uit drie songs van doorbraakalbum Infest. Dit zorgt voor veel vreugde bij het publiek bestaande uit verschillende generaties die non-stop meezingen. Vooral ‘Last Resort’ kan rekenen op een hevig onthaal en blijft een anthem van de jeugd. Een grote circlepit wordt voorbereid als laatste toevlucht voordat Stone Sour de avond afsluit. Dankzij Papa Roach krijgen zij een opgewarmd en rockende massa voor ogen.
Tijdens de eerste tonen van Stone Sour’s single ‘Gone Sovereign’ uit het nieuwe House of Gold & Bones – Part 1, wordt er uitbundig meegezongen door de uitverkochte zaal. Van de ene single gaat het vijftal over naar de andere. ‘Absolute Zero’ kent trouwens veel gelijkenissen met die andere band van frontman Corey Taylor: Slipknot. Het grote verschil tussen de gemaskerde band en de groep van vanavond is Corey zelf. Met zijn krachtige stem gebruikt hij naast screams en grunts veel vaker de stembanden op een gezondere manier terwijl Slipknot collega James Root op gitaar meer melodieën gooit in zijn aparte manier van spelen. Samen met gitarist Josh Rand op links brengt het duo de ene na de andere solide solo terwijl ze gefocust afwisselen met lead en rhythm gitaar. Corey is een perfecte frontman, hij fokt de boel aardig op met die manische blik van hem maar geniet oprecht. Het blijft echter opmerkelijk hoe de frontman van freaks Slipknot, met Stone Sour bij vlagen een tedere indruk achterlaat. Songs als ‘Say You’ll Haunt Me’ en ‘Hesitate’ bezitten pit met een romantische insteek.
Daar tegenover staan kneiters als ‘Mission Statement’, ‘Made of Scars’ en ‘Get Inside’. Mensen rennen, springen, vliegen, duiken, vallen en staan weer op. Het is te zien dat tijdens het moshen niet iedereen van steen is gemaakt, mensen met bebloede hoofden worden netjes naar de uitgang gebracht. Zo is de sfeer ruig maar blijft er aandacht voor de medemens. Tijdens het sprookjesachtige ‘Made of Scars’ spreekt Corey dan ook over één familie. Hij is bovendien erg blij met de respons en gaandeweg promoveert de zanger de show tot de beste van de tour. Het beste moet dan nog komen. Na muzikale dreunen door nieuw werk als ‘A Rumor of Skin’ en ‘RU486′ krijgen we tijdens de encore een imposant kwartet. Het begint akoestisch met enkel Corey Taylor en zijn gitaar. Het gevoelige ‘Bother’ zorgt voor een moment van rust. Na een traantje te hebben weggepinkt, de feedback van het joelende publiek is bewonderenswaardig, start de frontman met die andere ballad ‘Through Glass’.
Met de hand op zijn hart benadrukt de zanger nogmaals zijn gevoel voor het Amsterdamse publiek. Eén dag voor zijn verjaardag kon hij om geen beter cadeau wensen. Behalve dan de show afsluiten op scheurende wijze. Geen punt voor Stone Sour. Eerst het impulsieve ‘Digital’ vol vlammend soleerwerk, bulderend gedrum en fenomenale vocalen. Niet gek dat het in vrij korte tijd is uitgegroeid tot een publieksfavoriet. Dit geldt ook voor de laatste song van de avond, ’30/30-150′, zowel bij het balkon als op de vloer gaat iedereen nog één keer helemaal los. Wat een avond! Wie dacht met Papa Roach en in mindere mate Stone Sour bij een afstervende, suïcidale muzieksoort te zitten heeft het mis. Getuige de ganse avond en lyrics van ’30/30-150′:
"They called us a dead generation
They told us that we wouldn’t survive
They left us alone in the maelstrom
As you can see, we’re all plenty alive"